Stoofschotel voor ongeveer 4 personen:
- 400 gram ríblappen
- 1 grote ui, in halve ringen
- 2 teentjes knoflook fijn gehakt
- 1 rode chilipeper, in halve ringetjes (gemiddeld formaat)
- Stukje gember van ca 3 cm, geraspt of zeer fijn gesneden
- 5 eetlepels pindakaas , let op het aantal koolhydraten in de pindakaas
- 3 el ketjap manis
- 150 ml runderbouillon
- 1/2 tl laos
- 1/2 tl gemalen koriander
- 1/2 tl gemalen komijn
- 1/2 tl gemalen sereh (citroengras) of 1 verse stengel
- 1/2 tl kurkuma
- Ca 100 ml kookroom
- Olie of boter om te bakken
- 1 theelepel azijn
Werkwijze
Snij de riblappen in blokken van ca 3-4 cm, niet te klein.
Bestrooi ze met zout en peper.
Snij de ui in halve ringen
Snij de knoflook heel fijn
Snij de peper in halve ringetjes, als je het iets minder pittig wilt haal je de zaadjes weg.
Rasp de gember of snij het heel fijn
Zet alle ingrediënten klaar op je aanrecht.
Ontdooi of maak de bouillon.
Meet de kookroom af.
Zet de kruiden klaar in een bakje, dit kan allemaal bij elkaar.
Verhit wat boter of olie in een braadpan.
Laat het vlees rondom bruin worden.
Voeg dan de knoflook, gember, chilipeper en de uien toe en laat deze even mee bakken. Zorg ervoor dat het niet aanbakt !
Voeg je ook de laos, koriander, komijn, sereh en kurkuma toe. Laat de specerijen ook even meebakken zodat ze de smaken afgeven.
Ik voeg dan zelf altijd een theelepel azijn toe, dit omdat het vlees dan beter zacht wordt.
Blus af met de bouillon.
Schenk de kookroom en de ketjap manis erbij.
Roer de pindakaas er door zodat er een saus ontstaat. Dit is een dunne saus die met het stoven indikt.
Zet het vuur heel laag. Gebruik eventueel een sudderplaatje.
Laat het vlees minstens 2,5 uur zachtjes stoven in de pindasaus. Langer mag ook! Eventueel kun je de saus laten indikken door de deksel het laatste half uur van de pan te halen. Pas wel op dat het niet aanbrand.